Blog

De 7 beste wintertips voor autospuiters

Met de winter in aantocht is het voor de autospuiter belangrijk om met de temperatuur rekening te houden.

Koudere temperaturen hebben een effect op autolakken. Door de temperatuursverandering wordt de viscositeit van producten hoger waardoor vloeiingseigenschappen veranderen. Dit kan resulteren in een toename van het oppervlaktestructuur. Ook drogen producten langzamer, wat tot een afname van glans kan leiden.

Wij hebben 7 tips voor je op een rij gezet waarmee je de komende winter de beste kwaliteit kan afleveren aan al je klanten.

1. Zorg voor een goede voorbereiding

Laat het voertuig altijd eerst in de werkplaats op temperatuur komen. Wordt er in de winter met pekel gestrooid? Dan is het belangrijk de auto’s goed te wassen en af te spoelen voordat je met de reparatie begint. Houd rekening met condensvorming, het voertuig wordt immers verplaatst van een koude omgeving naar een warme omgeving. Daarom is droog schuren en goed afblazen met perslucht het advies.

2. Breng de werkplaats op de juiste temperatuur

De beste temperatuur ligt tussen de 15°C en 20°C. Zorg ervoor dat de temperatuur in de werkplaats buiten werktijden minimaal 15°C blijft. Heeft de cabine een zomer- en winterschakelaar? Zet deze dan op de winterstand. Haalt de spuitcabine tijdens de koude wintermaanden niet de vereiste droogtemperatuur? Verleng dan de droogtijd met minimaal 10 minuten. Om zeker te zijn of de juiste objecttemperatuur is bereikt kan deze gemeten worden met een draadloze infrarood thermometer.

3. Bewaar de producten op de juiste temperatuur

Niet alleen de temperatuur in de werkplaats is belangrijk, maar ook de temperatuur van de paint en non-paint producten die je gebruikt. Een materiaaltemperatuur van 20°C is nodig voor optimale verwerking. Plaats producten niet direct op een betonvloer of tegen een buitenmuur. Hier staan producten te koud en laten zich daardoor slecht verwerken. Sluit alle producten goed af om condensvorming te voorkomen.

4. Gebruik een kleurenmeter niet op een koude ondergrond

Om ervoor te zorgen dat het resultaat van de kleurenmeter zo accuraat mogelijk is, moet je temperatuurverschillen vermijden en niet meten op een koude ondergrond. Laat het voertuig en de kleurenmeter altijd op temperatuur komen zodat je een goed meetresultaat krijgt.

5. Laat de grondverf goed uitharden

Hiervoor moet de omgevingstemperatuur gedurende 24 uur tussen de 15°C en 20°C zijn. Advies is 2K grondverf met infrarood te drogen en geen té dikke lagen aan te brengen. Hanteer daarnaast een juiste spuitopening voor de grondverf, het liefst 1.6 mm. Controleer altijd de doorharding van de grondverf tijdens de allereerste schuuraanzet. Er mag op de schuurschijf alleen grondverf in poedervorm aanwezig zijn. Loopt het schuurpapier te snel “vol” of vormen er kleine klontjes? Dan is de grondverf niet volledig droog.

6. Gebruik de correcte verharder en/of verdunner in combinatie met het stammateriaal

In de winterperiode is de luchtvochtigheid laag. Wil je een goed eindresultaat behalen dan is het belangrijk de juiste keuze te maken van verharder / verdunner / additieven.

7. Laat het voertuig binnen afkoelen

Als het voertuig gespoten en gedroogd is moet  deze eerst in de werkplaats afkoelen van droogtemperatuur naar kamertemperatuur. Laat het voertuig niet direct naar buiten rijden. De lak sluit zich te snel wat nadelig is voor de glans van het eindresultaat.

Vergelijkbare items